Laatst vroeg ik iemand: ‘Als jij een tekening (beeld of symbool) van jouw hoofd en van jouw hart zou maken, hoe zou dat er dan uit zien?’
Het antwoord was als volgt:  Mijn hoofd ziet eruit als een boekenkast, boordevol met dikke boeken, grote schappen en een drukte van belang. Mijn hart is roze gekleurd, de vorm lijkt op zo’n bad-sponsje aan een koordje met een knoopje.

Een grappig beeld op het eerste gezicht. Een kloppend beeld bleek uit het gesprek dat volgde: ‘Mijn hoofd’ is altijd bezig. Op het werk ben ik een snelle denker, ik kan goed analyseren en heb vaak wel goede ideeën. Kortom, daar durf ik wel op te vertrouwen. Een volle boekenkast, dat wel. Veel ideeën en maar niet kunnen kiezen. Pfff, zo lastig. ‘Mijn hart’, ach ja…eerlijk gezegd durf ik niet altijd mijn hart of mijn gevoel te volgen, dat vind ik best wel soft en ook wel moeilijk. Maar, ik vind mezelf best een aardig mens. Ik zorg graag voor anderen, voor mijn gezin, mijn team, enzovoort. Wat ik lastig vind is als ik niet zeker weet of dat wel gewaardeerd wordt, dan ga ik meestal nog beter mijn best doen, waar ik dan weer ontzettend moe van word. Alsof ik word leeggezogen of uitgeknepen … een badspons dus!

‘Wat meer rust en wat minder mijn best doen, hoe doe ik dat eigenlijk?’ was de onderliggende vraag en ook ‘een goede balans tussen hoofd en hart, wat levert het op?’

Zicht op  hoofd en hart

Het ‘hoofd’ kan worden onderverdeeld in het emotionele- en het cognitieve brein. Twee grote delen die in de praktijk grotendeels los van elkaar functioneren.

Het eerste deel regelt vooral de basale, dierlijke en de spontaan-emotionele functies die we grotendeels ook bij dieren aantreffen. Het tweede deel is ontstaan in het latere verloop van de evolutie en wordt daarom ook wel neocortex genoemd. Dit is wat we meestal verstaan onder hersenen. Het regelt de functies die we associëren met denken, mens-zijn en intelligentie.

Het cognitieve brein rationaliseert, oriënteert, analyseert en het maakt dat we abstract kunnen denken. Het zorgt ervoor dat we (toekomst-) plannen kunnen maken, en ook een stap terug kunnen zetten om na te denken en te overzien. Het geeft visie en motiveert door het ‘nodige’ aan het ‘haalbare’ te koppelen, en drukt zijn bedoeling uit in taal.

Het emotionele brein komt in actie als er een situatie (of gedachte) van gevaar of angst is. Dit gedeelte van het brein drukt zich uit in emoties (zoals boosheid, angst, verdriet, jaloezie, pijn en machteloosheid). Emoties hebben een belangrijke overlevings-taak, ze geven een krachtig signaal af aan het fysieke lichaam zodat dit zichzelf in veiligheid kan brengen. Als je jouw emoties echter niet leert doorgronden of doorzien, zullen zij altijd voorrang krijgen.

Zou je helemaal vanuit het hoofd leven dan heb je vast en zeker creatieve ideeën, grote idealen en stevige overtuigingen, maar zal je nauwelijks weten waar je echt voor warm loopt en wat je werkelijk wilt. Je handelt dan naar aanleiding van situaties of invloeden van buitenaf met een impulsieve emotie of met rationeel gecontroleerd gedrag. Het zet je vast, veroorzaakt verwarring of besluiteloosheid en het dwarsboomt minder dringende zaken, omdat je geen verbinding maakt met  het hart (je werkelijke gevoelens en wensen).

Het ‘hart’ associëren we met ‘liefde’, ‘gevoel’ en ‘innerlijke stem’.  Het hart ‘weet’ wie jij werkelijk bent en waar jij in het leven heen wilt. Het hart geeft vertrouwen, is hoopvol en heeft humor. Het hart zorgt ervoor dat we gevoelens kunnen herkennen en hanteren, behoeften van onszelf/anderen leren kennen en intuïtief weten wat wel en niet ‘hoort’. Het hart zorgt ervoor dat we relaties kunnen aangaan, kunnen samenwerken, succesvol kunnen communiceren en om kunnen gaan met spanningen, aandacht en waardering.

Gevoelens zijn, anders dan emoties, als een innerlijk weten, rustig en kalm van aard. Gevoelens zijn herkenbaar aan het gebrek aan logica:  je weet niet waarom, je weet het gewoon. Als je handelt vanuit je hart dan doe je dit zonder dat er voorwaarden aan verbonden zijn.

Zou je helemaal vanuit het hart leven dan draag je waarschijnlijk weinig zorg voor het eigen welzijn. Je hart richt zich dan als vanzelf  naar buiten, op gevoelens en behoeften van anderen. Je stelt de ander centraal, bent onbaatzuchtig en offert je eigen geluk op om anderen gelukkig te maken. Je wordt geleefd door de wensen van de omgeving of wordt afhankelijk van de goedkeuring van anderen om je gevoel van eigenwaarde en van geliefd zijn te ondersteunen. Hierdoor kom je niet toe aan het vormgeven van je eigen leven en het realiseren van je eigen doelen.

Het hart uit zich intuïtief en verbeeldt, het kan zich niet uitdrukken in taal. Het hoofd kan de samenhang begrijpen, kan ordenen, verstandelijk beredeneren en er woorden aan geven.

Als hoofd en hart in balans zijn, dan vullen ze elkaar aan. Dan heb je bijvoorbeeld een briljant idee en gevoelens die dat bevestigen. Oók gedachten die je plan  tegenspreken met emoties die je ‘waarschuwen’ voor mogelijke mislukking. Je zult hierin dan echter niet verstrikt raken. Je blijft bij je echte gevoel, geeft gedachten en emoties een juiste plaats, waardoor ze jou ondersteunen en een zinvolle bijdrage leveren bij het gene je wilt bereiken.

Als hoofd en hart met elkaar in balans zijn dan ben je empatisch, durf je trouw te blijven aan je eigen gevoel, heb je zicht op de doelen die jijzelf wilt bereiken en kun je werkelijk goede keuzes maken in het leven. Je bezit gedrevenheid, motivatie en passie om jouw eigen doelen te realiseren.